4.17 IJsselkop

publicatie:
31
-
03
-
2016

Waar: zuidoost van Arnhem, tussen Huissen en Westervoort, bij kilometerraai 878.6.
Dit is een scheepvaartknooppunt waar de Neder-Rijn en de Geldersche IJssel samenkomen.

Opvarend vanaf de Neder-Rijn de Geldersche IJssel op:

  • Vaar eerst de IJsselkop ruim voorbij, zodat u goed over de Geldersche IJssel kunt kijken (open varen). Zo ziet u tijdig de opvaart die uit de IJssel komt en kunt u hierop inspelen. Draai pas op als u veilig kunt oversteken.

Opvarend vanaf de Geldersche IJssel naar Neder-Rijn, noord-westwaarts:

  • Draai over stuurboord op en houd de markering op de landtong van het splitsingspunt aan stuurboord.
  • Let op de stroom: van tegen krijgt u hem mee.
  • In de Neder-Rijn liggen kribben.

Opvarend vanaf de Geldersche IJssel naar Neder-Rijn, zuidwaarts:

  • Let op kruisend verkeer op de Neder-Rijn.
  • Steek de Neder-Rijn over in het verlengde van uw koers op de Geldersche IJssel.
  • Let op: opvarende grote schepen op de Geldersche IJssel kunnen de IJsselkop naderen aan de ‘verkeerde wal’ (blauwe bord).

Zie ook: Wateralmanak 1, hoofdstuk ‘Rivieren’. Wateralmanak 2, Gelderse IJssel.


AANVULLENDE INFORMATIE:

Veerponten
Op de Maas zijn veel niet-vrijvarende veerponten. Ze gebruiken geen ankerscheepjes, maar een kabel die bij vertrek onderwater
strak wordt getrokken. Een uitzondering hierop is de veerpont van Kessel die wel een ankerscheepje heeft.

  • Houd bij het passeren van een niet-vrijvarende veerpont voldoende afstand! Passeer de veerpont pas als die aan de andere
    kant van het vaarwater is aangekomen. Tijdens de oversteek staat de kabel nog strak. Hoe meer stroom hoe strakker de kabel
    staat.
  • Een klein schip moet voorrang verlenen aan een vertrekkende, kerende of overstekende veerpont.
  • Een praktische tip: houd het verkeer dat de veerpont oprijdt in de gaten. Wanneer de eventueel aanwezige slagboom wordt
    gesloten, staat de pont op punt van vertrekken.
  • Pas tijdig uw snelheid een koers aan.
  • Zorg er in ieder geval voor dat u goed zichtbaar bent op de vaarwegen. Bijvoorbeeld met een vlag in de mast. Een goed geplaatste
    radarreflector maakt u beter waarneembaar op de radarschermen van de beroepsvaart.

Verder geldt:

  • Let goed op, kijk regelmatig achterom.
  • Luister de marifoon uit op navigatiekanaal 10, blok- of sluiskanaal.
  • Op de Maas bij Maastricht (kilometerraai 12.000 tot stuw Borgharen/invaart Julianakanaal) en op het Julianakanaal bent u
    verplicht om zoveel mogelijk aan de stuurboordzijde van het vaarwater te varen (zie ook art. 9.04 lid 2 van het BPR).
  • Vaar een duidelijke koers, zodat andere schippers snappen wat u gaat doen.
  • Geef andere schepen de ruimte.
  • Blijf uit de dode hoek van schepen.
  • Houd rekening met de grote snelheid van de beroepsvaart.
  • Let op de stroomsnelheid.

Langsdammen en oevergeulen in De Waal
In de Waal bij Tiel, tussen Wamel en Ophemert, zijn de kribben in de binnenbocht verwijderd en vervangen door
langsdammen: stenen dammen in de vaargeul, parallel aan de oever.
De hoofdvaargeul voor de beroepsvaart en een oevergeul voor de recreatievaart zijn zo gescheiden.

  • Bij Ophemert ligt een langsdam aan de rechteroever, voor de afvaart (stroomafwaarts). Deze oevergeul gaat in 2017 open.
  • Bij Dreumel en Wamel ligt een langsdam aan de linkeroever. Vanaf 2016 kan de recreatievaart in deze oevergeul
    stroomopwaarts (= opvaart) varen. Er geldt éénrichtingsverkeer en het is een aanbevolen route tussen de oever en de
    langsdammen. Maximumsnelheid: 9 km/h.
  • Borden (D.3 of A.1) geven aan of een oevergeul open of gesloten is.
  • De oevergeul is bestemd voor kleine schepen tot 20 meter lengte. Verkeerstekens met de tekst ‘Sport’ geven dit aan.
  • Bij de toegang tot de geulen is de minimaal beschikbare waterdiepte aangegeven met een verkeersteken. Als recreatievaarder
    moet u zelf de benodigde kielspeling berekenen.
  • Houd bij de invaart rekening met de stroming, zuiging en de effecten van de beroepsvaart. De zuiging en golfslag zorgen
    voor een variabele diepte van de geul.
  • De oevergeul is gesloten bij lage rivierwaterstanden (< 2.00 m in de oevergeul) en bij hoge rivierwaterstanden (20 cm
    voordat de langsdam onderwater gaat).
  • Rijkswaterstaat sluit de oevergeulen ook bij calamiteiten, onveilige situaties en tijdens onderhoudswerkzaamheden.

Tegenover de haven van Tiel en ter hoogte van de veerpont Wamel-Tiel kunt u de oevergeul verlaten om naar Tiel of het
Amsterdam-Rijnkanaal te varen, aan de overzijde van de hoofdvaargeul.

  • Let goed op tegemoet komende en achteropkomende scheepvaart.
  • Houd ook rekening met de veerpont Wamel-Tiel.
  • Steek de hoofdvaargeul haaks over naar de haven van Tiel.
  • Richting Amsterdam-Rijnkanaal vaart u eerst op de Waal stroomopwaarts aan de stuurboordzijde van hoofdvaargeul (dus
    met de langsdam aan stuurboord), om vervolgens over te steken naar de Prins Bernhard sluizen.

Vaart u binnen het blokgebied van sector Tiel en bent u in bezit van een marifoon, dan moet u ‘bijzondere’ manoeuvres melden
op VHF 69. Dat zijn onder andere het oversteken van de vaarweg en het in- en uitvaren van de havens.
Buiten het blokgebied moet de marifoon op kanaal 10 staan voor schip-schip verkeer.

  • Bakens markeren de langsdam bij hoog water. Groen-wit horizontaal gestreepte tonnen geven in de oevergeul Wamel-
    Dreumel de ondiepten in het water aan (aan de zandkant).
  • Let op: de langsdammen zijn onderbroken door openingen waarin onderwaterdammen liggen. Daar kan en mag u dus
    niet doorheen varen! De onderwaterdammen zijn gemarkeerd met gele tonnen. Houd ten minste 5 meter afstand tot deze
    tonnen.
  • De markeringen op de langsdam, en op het water zijn conform het scheepvaartreglement.
No items found.