Voor het eerst het water op

Wat moet je allemaal kunnen voordat je gaat varen? Snel op een rijtje moet je:

• Je boot kunnen aanleggen.
• Met wind, golven en stroom weten om te gaan.
• Je schip in de hand houden in havens, sluizen en bij bruggen.
• Weten wat borden en boeien betekenen.
• Wat je moet doen als je andere schepen tegenkomt.
  

10 tips voor een veilige vaart

1. 1. Zorg dat de boot (technisch) in orde is voor je gaat varen. Weet bij een motor welke checks je moet doen en zorg dat je uitrusting compleet is.
2. 2. Check het weerbericht en plan je tocht met een waterkaart. Eventule stremmingen check je op www.vaarweginformatie.nl.
3. 3. Ken de vaarregels en handel daarnaar.
4. 4. Zorg ervoor dat je genoeg reddingsvesten aan boord hebt.
5. 5. Vaar een duidelijke koers: vaar zoveel mogelijk aan de rechterkant (stuurboordkant) van het vaarwater. Verander niet plotseling van koers. Laat andere schippers duidelijk zien wat je van plan bent.
6. 6. Blijf uit de dode hoek van vrachtschepen. Ze hebben voor de boeg een dode hoek, van soms wel 350 meter. Vuistregel: als je de schipper in zijn stuurhut kunt zien, kan hij jou ook zien.
7. 7. Geef beroepsvaartuigen de ruimte en houd rekening met de golfslag en de zuiging die vrachtschepen veroorzaken.
8. 8. Dring bij bruggen en sluizen niet voor, sluit aan bij de wachtende schepen. Blijf niet ronddobberen, maar gebruik de wachtsteiger. Passeer de geopende brug vlot en veilig. Zorg dat je in een sluis aan beide kanten kunt afmeren, dus hang aan weerszijden stootwillen op.
9. 9. Geef tijdig een lange stoot met de scheepstoeter om anderen op gevaar te wijzen.
10. 10. Vaar alcoholvrij. Net als in het wegverkeer ligt de wettelijke grens voor de scheepvaart op 0,5 promille.

1. © Foto boven: 365 Focus Photography / Shuttestock