Hoe lees je een getijtafel?
Voor wie gaat varen op zee zal rekening moeten houden met getijden. Maar wat zijn getijden eigenlijk? En hoe kun je waardevolle gegevens uit een getijtafel of getijdekromme leren lezen?

Wat is een astronomisch getij?
De Nederlandse wateren kennen getijdewerking, hierdoor ontstaat er twee keer per 24 uur laag- of hoogwater. De stand van het getij en de waterbewegingen zijn een samenspel van drie effecten:
- het draaien van de aarde om de zon;
- de effecten van zwaartekracht op de aarde;
- de aantrekkingskracht van de maan op het water.
Dit alles bij elkaar wordt ook het wel astronomisch getij genoemd, in de volksmond beter bekend als eb en vloed.
Het weer en de positie van de zon en maan kunnen nog voor verdere variaties op het astronomisch getij zorgen. Zo kan de diepte van het water verschillen, de stroomsnelheid, maar ook de vorm van de kust.
Springtij, doodtij en wantij
Hoog- en laagwater speelt elk etmaal. Maar elke maand is er ook nog eens springtijd en doodtijd. Als de zon en de maan in elkaars verlengde staan, neemt de aantrekkingskracht die ze op de aarde uitoefenen toe. Dit gebeurt tijdens een volle en nieuwe maan. Ongeveer twee dagen later treedt dan springtij op: het hoogwater is hierbij extra hoog en het laagwater extra laag.
Het omgekeerde kan ook voorkomen. Dit noemen we doodtij. De zon en de maan staan haaks op elkaar: vanuit twee verschillende kanten wordt er getrokken aan het water. Dit treedt op tijdens het eerste en laatste kwartier van de maan (halve maan). Het effect, doodtij, is een paar dagen later merkbaar. Tijdens hoogwater komt het water dan niet zo hoog als normaal. Wanneer het laagwater is, zakt het minder. Het verschil in getijden wordt kleiner.
De Waddenzee kent nog een bijzonder fenomeen; het wantij. Wantij is een gevolg van eb en vloed en heeft dus dezelfde frequentie van twee keer per dag. Het getij komt eerst aan de westkant van de Waddeneilanden op zetten, niet veel later aan de oostkant. Deze twee getijgolven ontmoeten elkaar vervolgens achter de eilanden. Omdat dit het beschutte deel van het eiland is, is er weinig stroming. Hierdoor ontstaat er een ophoging van slib die een ondiepte veroorzaakt. Houd hier rekening mee.
Voorspellen van getijden
Getijden bewegen zich langs de kust van de Noordzee. Hierdoor is het niet overal gelijktijdig laag- of hoogwater. De tijdstippen, hoogte, laagte, maar ook de stroming en kracht van de stroming vormen essentiële data als je gaat varen op zee.
Gelukkig is het astronomisch gezien mogelijk om best nauwkeurig de getijden te voorspellen. Deze data kun je aflezen in tabellen, zoals getijtafels en stroomatlassen. Let op dat onder invloed van het weer er verschillen kunnen ontstaan tussen voorspelde astronomische waterstanden en actuele gemeten waterstanden.
Officiële informatie: NLTides
Dienst der Hydrografie, onderdeel van de Koninklijke Marine, houdt deze getijtafels bij, onder andere in NLTides. NLTides bevat de officiële digitale informatie over waterstanden en -stromen langs de Nederlandse kust. De digitale versie is bovendien uitgebreider dan de papieren versie HP33. Deze software is sinds 2025 gratis te downloaden en helemaal zelf te gebruiken.
Goed om te weten is dat Dienst der Hydrografie en Rijkswaterstaat de bron zijn van de informatie. Tegenwoordig zijn er allerlei apps die het aflezen van getijden heel erg makkelijk maken. Ontzettend handig natuurlijk, maar het is ook heel leuk en leerzaam om zelf een getijtafel te kunnen aflezen. Bovendien moet je er rekening mee houden dat de apps niet altijd even snel hun data aanpassen als de Dienst weer een versie bijwerkt. Bij NLTides weet je in ieder geval zeker dat je altijd de meest actuele data hebt.
Daarom gaan we met behulp van het programma NLTides in dit artikel kijken hoe je eenvoudig de waterstanden en stromen kunt opzoeken langs de Nederlandse kust. Elke editie voorspelt één kalenderjaar. Je kunt dus tot en met 31 december van het huidige jaar de waterstanden opzoeken! Zo is het voorbereiden van je reis nog makkelijker.

Alles ten opzichte van LAT
Wanneer je NLTides hebt gedownload kun je het programma zelf opstarten. Let op dat de voertaal Engels is en je wellicht enkele afkortingen tegenkomt die je niet herkent. We lichten in dit artikel de belangrijkste afkortingen uit, zodat je de basis van getijden lezen kunt begrijpen.
Op de Nederlandse binnenwateren gebruiken we NAP (Normaal Amsterdam Peil) om alle hoogten te meten. Op zee gebruik je LAT (Lowest Astronomical Tide) als reductievlak om bij zeekaarten waterdieptes tot te herleiden. Dit is de laagst mogelijke waterstand gebaseerd op de stand van de zon en maan.
Waterstanden onder het LAT komen ook voor, bijvoorbeeld door weersomstandigheden zoals een hoge luchtdruk of een aflandige wind. Alle cijfers in NLTides zijn ten opzichte van het LAT. Het LAT is belangrijk om in je achterhoofd te houden in relatie tot jouw eigen boot. Bij getijden moet je rekening houden dat er genoeg water onder je kiel zit. Dit is een van de redenen om voor je reis altijd de getijden te bekijken.
Hoe lees je een getijtafel?
Op het kaartje in NLTides zie je met rode blokjes allerlei havens (‘port’) aangegeven. Bij de meesten zie je naast het blokje ook een rood minnetje of groen plusje. Dit geeft aan of in het gebied sprake is van opkomend tij (vloed) of van afgaand tij (eb).
Wanneer je via het kaartje op een haven klikt, popt er een kleiner schermpje op. In het schermpje zie je allerlei tabjes met extra informatie. Het tweede tabje is HWLW (Hoog Water Laag Water). In deze tabellen, ook wel getijtafel genoemd, zie je de hoogste en laagste waterstand ten opzichte van LAT voor de datum die je hebt ingevoerd én de vijf dagen daaropvolgend.

In bovenstaande getijtafel worden de tijdstippen van hoog- en laagwater weergegeven per dag. De diepten worden weergeven ten opzichte van het reductievlak LAT.
Je eigen veilige tijden aflezen
Een getijtafel is handig, maar het fijnste is natuurlijk als je kunt aflezen wanneer jij in een bepaald gebied kunt varen. Wanneer je specifiek voor je eigen boot wilt kijken dan moet je eerst wat informatie invullen.

Ga bij de desbetreffende haven naar het tabje ‘Local’ en vul als eerste een cijfer bij ‘Shallowest Depth’ in. Iets daaronder zie je een link met ‘Mast Height, Draught, Under Keel Allowance’. Als je hier op klikt kun je de gegevens van jouw schip invullen.
Zodra je alles hebt ingevuld, klik je onderin op toepassen om de specifieke resultaten te lezen. (Let op: bij elke haven moet je opnieuw de Shallowest Depth invullen om de specifieke data op te halen).
Hoe lees je een getijdekromme?
Het eerste tabje heet ‘Graph’, dit is de getijdekromme. Via ‘duration’ rechtsonder kun je de duur aanpassen (van 3 uur tot 31 dagen). Standaard wordt één dag aangehouden. Als je bij de vorige stap Shallowest Depth en jouw bootgegevens hebt ingevuld, kun je nu zien wanneer het veilig is om met jouw schip in het gebied te varen.

In bovenstaande afbeelding hebben we Haringvlietsluizen als voorbeeld genomen. We kijken voor een (zeil)boot die 1,50 meter diep steekt. Alles wat boven ‘Min Safe Height’ valt is een veilige tijd om te varen voor dit schip.
In de grafiek kun je aflezen dat het schip op 26 juni 2025 tot 18.50 uur genoeg diepte heeft om hier te varen. Daarna wordt het te ondiep. Vanaf 3 uur in de nacht tot ongeveer half 8 in de ochtend kan de zeilboot weer bij de Haringvlietsluizen varen. Deze cijfers kun je ook nauwkeurig teruglezen in het tabje ‘Safe’.
Goede, veilige vaart!
© Foto boven: Dirk M. de Boer via Shutterstock
Blijf op koers!
Sluit je ook aan bij meer dan 10.000 abonnees en ontvang maandelijks de gratis nieuwsbrief met nautische tips en informatie.