Langere wachttijden voor sluis voorspeld door lage waterstand in zuidelijke kanalen

publicatie:
23
-
09
-
2020
De beperkte regenval van de afgelopen maanden zorgt voor een lage waterstand in de Rijn en de Maas. Om zoveel mogelijk water te sparen, zal er ‘waterbesparend’ worden geschut in de Brabantse en Limburgse kanalen. Voor beroepsschippers kunnen de wachttijden in de sluizen daarom oplopen. Dat meldt Rijkswaterstaat in de Droogtemonitor.

De beperkte regenval van de afgelopen maanden zorgt voor een lage waterstand in de Rijn en de Maas. Om zoveel mogelijk water te sparen, zal er ‘waterbesparend’ worden geschut in de Brabantse en Limburgse kanalen. Voor beroepsschippers kunnen de wachttijden in de sluizen daarom oplopen. Dat meldt Rijkswaterstaat in de Droogtemonitor.

Afvoer van de Rijn en de Maas

De afvoer van de Rijn is de afgelopen weken gedaald naar een waterstand die laag is voor de tijd van het jaar. De voorbijgaande dagen is er veel neerslag gevallen in het stroomgebied van de rivier. Daardoor zal afvoer van de Rijn de komende dagen weer gaan stijgen om daarna weer te dalen.

De afvoer van de Maas is zeer laag en zal naar verwachting de komende weken laag blijven. De situatie blijft door de maatregelen die Rijkswaterstaat neemt beheersbaar. Zo zijn de stuwen Roermond, Belfeld en Grave nog steeds met een niet-doorlatend materiaal afgedicht om onnodig waterverlies te voorkomen. Het waterpeil van de kanaal- en stuwpanden staat zo veel als mogelijk tegen de maximale grens aan. Hierdoor is meer water beschikbaar voor de scheepvaart en daalt de grondwaterstand minder snel.

In de Brabantse en Limburgse kanalen en in het Kanaal Gent-Terneuzen kunnen door waterbesparend schutten de wachttijden voor schippers wel oplopen. Zowel de Rijn als de Maas voeren voldoende water aan om aan de watervraag te voldoen.

Droogtemonitor en LCW

Wanneer er sprake is van een (dreigend) watertekort of droogte, stelt de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) een droogtemonitor op. Hierin worden de huidige situatie en de verwachtingen beschreven voor een eventueel watertekort of droogte. De informatie is gebaseerd op gegevens van onder meer waterschappen, het KNMI en Rijkswaterstaat.

Dagelijkse monitoring droogte

Rijkswaterstaat en de waterschappen monitoren dagelijks de situatie met het oog op eventuele problemen met droogte, watertekort of waterkwaliteit. Tijdens het droogteseizoen (jaarlijks van april tot oktober) gebeurt dit intensiever, omdat door het groeiseizoen en stijgende temperaturen een grotere kans op watertekorten aanwezig is.

Op de foto boven: Schepen op het Kanaal Gent-Terneuzen op Nederlands grondgebied, ter hoogte van de brug Sluiskil – via Wikipedia